Zoeken

Deskundigheid en competenties

Iedereen kan seksualiteit op een professionele manier bespreken. De ene zorgprofessional is hier alleen al meer vertrouwd mee of heeft meer deskundigheid opgebouwd, dan de andere. Welke competenties heb je nodig om seksualiteit op een professionele manier bespreekbaar te maken?

Kennis van de seksuele ontwikkeling en veel voorkomende problemen

Het spreekt voor zich dat een goede basiskennis over de seksuele ontwikkeling van de doelgroep waarmee je werkt onontbeerlijk is om cliënten goed te kunnen begeleiden. Hierbij is het van belang te weten hoe een gezonde seksuele ontwikkeling verloopt en wat de belangrijkste thema’s zijn die spelen. Maar ook kennis over risico- en beschermende factoren, de belangrijkste risicogroepen en mogelijke gevolgen van een ongezonde of schadelijke seksuele ontwikkeling zijn van belang. Daarnaast is kennis gewenst over de seksuele opvoeding, alsook kennis over interventies en instrumenten voor begeleiding en ondersteuning.

Je eigen opvoeding sijpelt ook door, maar het hoeft een gesprek over seksualiteit niet in de weg te staan. Als je je er maar bewust van bent, dan valt het te parkeren."
Yrma Atema - Jeugdarts in Den Haag

Proactieve en uitnodigende houding

Een proactieve en uitnodigende houding – bijvoorbeeld kunnen vragen naar de seksuele ontwikkeling of seksueel gedrag en het belang van een gezonde seksuele ontwikkeling kunnen benoemen – kan barrières (zoals schuld en schaamte) wegnemen bij cliënten om over seksualiteit te praten. De kans is groot dat als de zorgprofessional hier niet zelf actief naar informeert of dit bespreekbaar maakt, de cliënt dit onderwerp ook niet aan de orde stelt.

Duiden van de symptomen

De zorgprofessional moet het probleem van de cliënt helder krijgen en de symptomen moeten kunnen exploreren, bevragen en op merites kunnen beoordelen. Een zorgprofessional moet doorvragen naar de aard, omvang en ernst van het seksuele probleem en/of hier feitelijke informatie over  verzamelen, om een goede inschatting te kunnen maken voor eventuele vervolgacties.

Omgaan met verschillen

Bij het bespreken van seksualiteit is het belangrijk dat de zorgprofessional zich bewust is van zijn eigen normen en waarden en kan aansluiten bij de normen en waarden van cliënten. Deze kunnen binnen een bepaalde maatschappij, cultuur, levensbeschouwelijke overtuiging, gezin of groep verschillen. Zo zijn er verschillende opvattingen over seksueel gedrag op jonge leeftijd, homoseksualiteit, vrije partnerkeuze of uithuwelijking, vrouwelijke genitale verminking of jongensbesnijdenis, abortus, anticonceptiegebruik, seks voor het huwelijk, et cetera. Het is van belang dat de zorgprofessional de seksuele rechten van de mens kan onderschrijven en een positieve kijk heeft op seksualiteit.

Waarden en normen en omgang met diversiteit

Iedere persoon is anders. Hoe iemand over seksualiteit denkt, wordt bepaald door bijvoorbeeld iemands culturele achtergrond, religie, normen en waarden, leeftijd en seksuele voorkeur. Hoe kun je tijdens een gesprek over seksualiteit omgaan met deze verschillen?

Klik er snel doorheen

Negen tips om met verschillen om te gaan.

1

Heb respect voor diversiteit. Wees je bewust van je eigen normen en waarden en dat je cliënt misschien andere normen en waarden heeft.

2

Wees je ook bewust van vooroordelen die je onbewust misschien hebt. Veel mensen verwachten van een ouder persoon bijvoorbeeld niet dat hij of zij nog een actief seksleven heeft.

3

Kies duidelijke bewoordingen die passen bij de cliënt. Je kunt de cliënt op zijn of haar gemak stellen door te erkennen dat het niet altijd makkelijk is om de juiste woorden te vinden.

4

Denk niet in hokjes, maar kijk naar de persoon die voor je zit. Denk bijvoorbeeld niet dat alle religieuze mensen het lastig vinden om over seksualiteit te praten. Ook binnen een groep bestaat er enorm veel diversiteit in hoe mensen met seksualiteit omgaan.

5

Merk je dat je met een bepaalde aanpak bij je cliënt niet verder komt, probeer dan eens of een andere benadering bij hem of haar beter werkt. Bij de een werken expliciete vragen bijvoorbeeld het beste, maar bij de andere impliciete. Bij sommige mensen kun je het beste naar gevoelens vragen, bij anderen naar feiten.

6

Wees niet bang om een keer bot te vangen. Je kunt je cliënt altijd een folder meegeven en vertellen dat hij of zij bij vragen hierover bij jou terecht kan.

7

Wees je ervan bewust dat sommige meisjes of vrouwen liever met een vrouwelijke zorgprofessional over seksualiteit praten, en sommige jongens of mannen liever met een mannelijke zorgprofessional.

8

Als je over liefde, seksualiteit of relaties in het algemeen spreekt, benoem dan ook de mogelijkheid van twee mannen of twee vrouwen op een vanzelfsprekende manier. Praat in neutrale termen over iemands partner zolang je niet weet wat het geslacht van de partner is.

9

Als je informatie meegeeft, let er dan op dat er ook specifieke informatie voor lesbische, homo- en biseksuele mensen bij zit.

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.