Anticonceptie na de bevalling
Na een bevalling kan een vrouw al snel weer zwanger worden. Veel vrouwen denken dat ze met borstvoeding beschermend zijn tegen een volgende zwangerschap. Ze worden soms onverwachts snel toch weer ongepland of ongewenst zwanger.
Vlak na de bevalling opnieuw zwanger raken, is niet verstandig. Het lichaam moet nog herstellen van de zwangerschap, en voor de ouder kan een zwangerschap en komst van een volgend kind extra belastend zijn. Het is dus belangrijk het gesprek aan te gaan over kinderwens en het gewenste moment van een volgend kind. De kinderwens kan ook al voltooid zijn. Dan is het belangrijk dat tijdig een keuze maakt wordt voor een passende anticonceptiemethode. Niet alle middelen kunnen na een bevalling meteen gebruikt worden.
- Bespreek kinderwens en anticonceptie al voor de bevalling of aan het eind van het kraambed.
Een nadeel daarvan kan zijn dat de cliënt en/of de partner er op dat moment nog niet aan toe is. - Bespreek anticonceptie ook bij de nacontrole, zes weken na de bevalling.
Het risico daarvan is dat het te laat kan zijn, omdat er al een ovulatie plaatsgevonden kan hebben. Probeer een inschatting te maken welk moment het beste bij de cliënt past.
‘Vooral Turkse en Marokkaanse vrouwen hebben vaak pas een anticonceptievraag als ze al kinderen hebben. Ook jonge meiden gaan pas aan de anticonceptie als ze al bevallen zijn.’ Verloskundige
Anticonceptie bij borstvoeding
Als de cliënt borstvoeding geeft, kunnen in de eerste zes maanden na de bevalling geen anticonceptiemiddelen met oestrogeen (anticonceptiepil, -ring of -pleister) worden gebruikt. Vanaf 3 weken na de bevalling kan de cliënt wel de minipil met alleen progestageen gebruiken. Het hormoonstaafje plaatsen is mogelijk na 4 weken, de prikpil vanaf 6 weken. Voor een spiraaltje of pessarium moet het lichaam eerst herstellen. Hier moet minimaal 6 weken mee worden gewacht.
Let op: het geven van borstvoeding, de zogenoemde lactatie-amenorroemethode, zorgt ervoor dat een vrouw niet zwanger wordt, maar is pas voor 98% betrouwbaar als volledig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de baby krijgt geen flesvoeding of andere voedingen
- de vrouw kolft geen melk af
- er zit maximaal 6 uur tussen 2 voedingen
- de baby is jonger dan 6 maanden
- er is geen menstrueel bloedverlies
‘Migranten die de Nederlandse taal niet spreken kunnen gevoelig zijn voor verkeerde informatie en ‘bakerpraatjes’, bijvoorbeeld dat borstvoeding beschermend zou zijn tegen zwanger worden.’ Verloskundige
Anticonceptie bij geen borstvoeding
Als de cliënt geen borstvoeding geeft, zijn er al snel verschillende anticonceptiemethoden mogelijk. De pil, minipil, ring, pleister, hormoonstaafje en de prikpil kunnen allemaal na 3 weken worden gebruikt. Een hormoon- of koperspiraaltje kan vanaf 6 weken worden geplaatst. Ook een pessarium kan na ca. 6 weken worden gebruikt.
‘Betrek ook de mannen, zeker bij migrantengroepen. Zij houden zich niet met de kinderen bezig, maar hebben wel de belangrijkste stem in of er kinderen komen of niet, en of ze voor anticonceptie willen betalen. Mijn boodschap richting stellen is altijd: ‘Bepaal samen hoeveel kinderen je wilt. En probeer ook samen te plannen wanneer het tijd is voor een volgend kind.’ Verloskundige