Anticonceptie bij mensen met een ziekte of beperking

Download hier het overzicht Anticonceptiemiddelen bij ziekte of een beperking

Diabetes

De anticonceptiepil geeft bij diabetici een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Andere vormen van anticonceptie met hormonen kunnen invloed hebben op de stofwisseling.

Astma

Door anticonceptie met hormonen kan astma verergeren. Mensen met astma hebben bovendien vaak last van allergische reacties. Zij kunnen allergisch zijn voor latex condooms. Maar ook voor bestanddelen van noten of medicijnen die in het vaginale vocht of sperma van hun partner zitten.

Borstkanker

Als uw cliënt borstkanker heeft of ooit heeft gehad kan zij geen anticonceptie met hormonen gebruiken. Door de hormonen kan de tumor namelijk groeien of terugkomen. Het koperspiraaltje en condooms zijn een goed alternatief.

Dwarslaesie

Let bij anticonceptie met hormonen op het risico op trombose. Ook is een hormoon- of koperspiraaltje niet altijd geschikt. Vrouwen met een hoge laesie lopen bij deze middelen risico op autonome dysreflexie. Een hormoonstaafje is vaak een goed alternatief. Bij mannen met een dwarslaesie kan het gebruik van een condoom lastig zijn: het kan zijn dat de penis niet stijf genoeg wordt, of dat de man niet voelt of de penis slapper wordt en het condoom afglijdt.

Hart- en vaatziekten

Vrouwen met hart- en vaatziekten mogen de anticonceptiepil niet gebruiken. Dit kan de ziekte verergeren. Andere anticonceptie met hormonen (ook de minipil) kan eventueel wel, maar alleen na overleg met de huisarts.

Hoge bloeddruk

Vrouwen met een hoge bloeddruk mogen de anticonceptiepil niet gebruiken. Daar kan de bloeddruk nog hoger van worden. Andere anticonceptie met hormonen (ook de minipil) mag eventueel wel, maar alleen na overleg met de huisarts.

Nierziekten

Vrouwen met een nierziekte kunnen geen koperspiraaltje gebruiken. Dit werkt niet goed door de medicijnen voor nierziekten.

Zie voor meer informatie en contra-indicaties de NHG Standaard Anticonceptie.