Hulp bij onbedoelde zwangerschap
Is een cliënt onbedoeld zwanger geraakt? Of merk je dat er geen blijdschap is over de zwangerschap? Volgt deze vlak na een bevalling of valt de opvoeding van een of meerdere kinderen nu al zwaar? Cliënten kunnen opgelucht zijn als je informeert of de zwangerschap gewenst is.
Een onbedoelde zwangerschap kan veel stress met zich meebrengen. Soms heeft de cliënt niemand in de omgeving om over de onbedoelde of ongewenste zwangerschap te praten en advies te vragen. Het afbreken van een zwangerschap kan in de sociale omgeving taboe zijn. Wanneer je de indruk krijgt dat een cliënt niet blij is met de zwangerschap, kun jij een opening bieden door te vragen of de zwangerschap gewenst is. Wanneer dit niet het geval is, kun je perspectief bieden door de cliënt te informeren over de mogelijkheden. Niet iedereen weet wat de opties bij onbedoelde zwangerschap zijn (in Nederland).
De keuzeopties
Bij een onbedoelde zwangerschap zijn er vier mogelijkheden:
- De zwangerschap uitdragen en het kind zelf opvoeden.
- Pleeggezin: de zwangerschap uitdragen en het kind (tijdelijk) laten opvoeden door pleegouders. Contact met het kind is mogelijk.
- Adoptie: de zwangerschap uitdragen en het kind niet zelf opvoeden, maar afstaan ter adoptie. Bij adoptie is er geen omgangsregeling met het kind.
- De zwangerschap afbreken met een abortus.
“Soms hebben ze gehoord dat je van abortus minder vruchtbaar wordt en kiezen daarom niet voor een abortus.”Jongerenwerker
Onbedoeld is niet altijd ongewenst
Bedenk wel dat een zwangerschap die onbedoeld was, niet per se ongewenst is. En dat een aanvankelijk ongewenste zwangerschap in een gewenste zwangerschap kan veranderen. Ook zijn er sociaal-culturele verschillen in hoe er tegen een zwangerschap wordt aangekeken. Het is belangrijk om je eigen oordeel over de zwangerschap niet te laten meespelen in de begeleiding van de cliënt. De zwangere heeft het recht in vrijheid een eigen keuze te maken om de zwangerschap uit te dragen of af te breken.
“Als een man zegt ik wil meer kinderen dan is het lastig, dan moet ze dat eigenlijk gewoon doen. Dit komt voort niet alleen uit onze cultuur maar ook onze religie. Hij kan niet zeggen ‘dat moet van onze religie’, maar je moet met hem erover praten. Je kan niet zelf als vrouw hierover beslissen.”Vrouw uit Eritrea
Er kan spanning zitten tussen wat een cliënt graag wil en wat jij als professional vanuit een medische, sociale, maatschappelijke of een gezondheidsvisie verantwoord vindt. Ook kunnen er zorgen zijn over het kind. De gevolgen voor een kind dat aanvankelijk ongepland of ongewenst was, kunnen groot zijn. Dit is vooral het geval als de omstandigheden niet optimaal zijn en of de ouder(s) niet goed voor een kind kunnen zorgen. In sommige situaties zijn er ook risico’s op verwaarlozing of geweld. Natuurlijk heb je dan de taak om het gesprek aan te gaan over de consequenties van de zwangerschap en het krijgen en opvoeden van een kind. Het is belangrijk als professional om deze risico’s samen met de cliënt goed in te schatten.
“Ze overziet niet dat ze straks drie kleine kinderen heeft, terwijl ze nu voor twee kinderen al niet kan zorgen.”Jeugdhulpverlener
Als de zwangerschap niet gewenst is
Is de zwangerschap ongewenst? Vraag of de cliënt behoefte heeft aan informatie over de keuzemogelijkheden. Iedereen heeft recht op complete informatie om een eigen, weloverwogen keuze te kunnen maken. Ga er niet bij voorbaat vanuit dat abortus geen optie is.
Als een cliënt nog twijfelt of hulp nodig heeft bij een weloverwogen keuze, kun je verwijzen naar www.infopuntonbedoeldzwanger.nl. Hier is 24/7 contact mogelijk met hulpverleners van Fiom, via chat of telefonisch: 0800 6160. Zij kunnen ook verwijzen naar hulp in de buurt.
Fiom en Siriz zijn organisaties die keuzehulp bieden bij onbedoelde zwangerschap. Siriz komt voort uit de VBOK (Vereniging Bescherming Ongeboren Kind). De organisatie werkt vanuit christelijke waarden. De organisaties Schreeuw om Leven en Er is hulp zijn tegen abortus. Informeer de cliënt hierover.
De behandelopties bij abortus
Kiest een cliënt voor een abortus, dan zijn er verschillende mogelijkheden, mede afhankelijk van de duur van de zwangerschap. Informeer hoe lang de cliënt al zwanger is, of wanneer de laatste menstruatie was. De duur van de zwangerschap wordt berekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
Tot 9 weken zwangerschap is het mogelijk de zwangerschap af te breken met de abortuspil. Eigenlijk zijn het twee verschillende medicijnen: Mifepriston en Misoprostol. Op de eerste dag krijgt de vrouw Mifepriston in de kliniek. Dit medicijn zorgt ervoor dat de eigen zwangerschapshormonen niet meer werken. Zo begint de abortus. Meestal merkt de vrouw niets na inname. Soms krijgt ze al wat bloedverlies en buikpijn. Binnen één of twee dagen na bezoek aan de arts, neemt de cliënt Misoprostol in via de mond of via de vagina. Deze medicatie veroorzaakt buikkramen en bloedingen. De duur en heftigheid hiervan verschilt per persoon en kan een paar dagen tot een paar weken duren. Andere bijwerkingen kunnen misselijkheid en diarree zijn.
Bij een zuigcurettage wordt de inhoud van de baarmoederholte met een heel dun plastic buisje leeggezogen. De baarmoedermond wordt eerst gedesinfecteerd en plaatselijk verdoofd. Daarna wordt de baarmoedermond iets opgerekt zodat er een plastic zuigbuisje kan worden ingebracht. Dit zorgt voor een vrij hevige, maar korte menstruatiekramp. Bij sommige klinieken kan ook gekozen worden voor een roesje (sedatie). De ingreep duurt bij elkaar vijf tot vijftien minuten. Eventueel kan ervoor gekozen worden om tijdens de ingreep een spiraaltje te laten plaatsen. Na afloop kan de cliënt enkele dagen last hebben van buikkrampen. Ook kan zij bloed verliezen, ongeveer net zoveel als bij een normale menstruatie. De duur en heftigheid verschilt per persoon.
Vanaf 13 weken zwangerschap is een abortus ook nog mogelijk, maar niet in elke kliniek. Kijk hiervoor op het overzicht van abortusklinieken.
Positiever over abortus
De laatste 20 jaar denken Nederlanders positiever over abortus. In 2023 vond 86% van de Nederlanders dat het mogelijk moet zijn om een abortus uit te voeren, tegenover 60% in 1992 (Rutgers, 2023). Wel denkt een klein deel van de jongeren nu iets conservatiever over abortus dan een aantal jaar geleden (Muijs et al, 2019).
Nazorg bij onbedoelde zwangerschap
Het krijgen van een kind dat niet bedoeld was, maar ook het afbreken van een zwangerschap, kan ingrijpend zijn. De meeste cliënten die voor een abortus kozen hebben hier geen spijt van, maar kunnen gemengde, tegenstrijdige en wisselende gevoelens ervaren. Opluchting overheerst meestal, maar een cliënt kan opgelucht zijn en toch ook gevoelens van rouw en verdriet ervaren. Dit is een gezond proces van verwerking van een levensgebeurtenis. Het kan ook zijn dat een cliënt het niet als heel ingrijpend heeft ervaren, en zich daar juist schuldig over voelt. Het is belangrijk om cliënten de ruimte te bieden om hun verhaal te kunnen vertellen, zonder veroordeeld te worden.
Soms wordt beweerd dat abortus zou kunnen leiden tot psychische problemen of onvruchtbaarheid, maar dit is onjuiste informatie. Een abortus, zowel de abortuspil als een curettage, heeft weinig risico’s. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die psychische problemen kregen na een abortus, al een psychiatrische voorgeschiedenis hadden. Goed om hier bij cliënten alert op te zijn.
Is ervoor gekozen de zwangerschap uit te dragen, dan kan de zorg en opvoeding zwaar zijn. Soms is de vader niet in beeld, is er geen sociaal vangnet, zijn er financiële problemen of is er al een groot gezin. Dan kan er behoefte zijn aan ondersteuning.
Geschikte anticonceptie?
Je wilt natuurlijk helpen voorkomen dat iemand opnieuw onbedoeld zwanger wordt. Kan de cliënt een volgende onbedoelde zwangerschap voorkomen? Wordt er betrouwbare anticonceptie gebruikt? Wordt de anticonceptie goed gebruikt en is de cliënt tevreden over de anticonceptie? De meeste abortuscliënten krijgen na een abortus wel een anticonceptieconsult in de kliniek. Soms kiezen ze ervoor in de kliniek een spiraaltje of hormoonstaafje te laten plaatsen. Maar veel abortuscliënten hebben dan nog geen keuze kunnen maken. Belangrijk dus om met de cliënt te praten over goede bescherming tegen een herhaalde onbedoelde zwangerschap.
Voor huisartsen is er een leidraad begeleiding onbedoelde zwangerschap, met daarin ook tips voor nazorg en het voorkomen van een nieuwe onbedoelde zwangerschap.