Zoeken

Parafilie en hyperseksualiteit

Parafilieën zijn bijzondere seksuele voorkeuren voor bepaalde activiteiten of erotische doelen of objecten. Hyperseksualiteit is het veel bezig zijn met seks, alleen of met anderen. Als iemand hier plezier aan beleeft, en de persoon zelf of een ander er geen last van heeft, is er niets aan de hand. Het wordt pas een probleem als de persoon zelf er onder lijdt of als het een ander schade doet.

Parafilie

Een parafilie is een ongewone, atypische seksuele interesse of voorkeur voor bepaalde activiteiten of bepaalde erotische doelen op objecten. De seksuele opwinding is intens en komt herhaaldelijk terug en uit zich in fantasieën, drang of handelingen.

Voorbeelden zijn

  • Voyeurisme: het kijken naar een nietsvermoedende persoon die naakt is, zich aan het uitkleden of seksueel actief is.
  • Exhibitionisme: het tonen van de eigen genitaliën aan een nietsvermoedend persoon.
  • Frotteurisme: het aanraken van of aanwrijven tegen een niet ermee instemmende persoon.
  • Seksueel sadisme: het veroorzaken van lichamelijk of psychisch leed bij een ander.
  • Seksueel masochisme: het zelf vernederd, geslagen of vastgebonden worden of op een andere manier tot lijden worden gebracht.
  • Fetisjisme: het gebruik van voorwerpen of een zeer specifieke focus op een niet-genitaal lichaamsdeel.
  • Transvestie: cross-dressing wat betekent het stileren van je lichaam volgens conventies die met de andere sekse geassocieerd worden.
  • Pedofilie: seksueel opwindende fantasieën, seksuele drang of gedrag met betrekking tot seksuele handelingen met een kind of kinderen (tot 13 jaar). De persoon is minimaal 16 jaar oud en minstens 5 jaar ouder dan het kind of de kinderen.

Een parafilie hoeft geen probleem te zijn. Als iemand hier plezier aan beleeft en de persoon zelf of een ander er geen last van heeft, is er niets aan de hand. Het wordt pas een probleem als de persoon zelf er onder lijdt of als het een ander schade doet.

Er is niet veel bekend over de mate van voorkomen van parafilieën in Nederland. Het meest recente onderzoek naar de seksuele gezondheid laat zien dat een kleine groep mensen een parafilie heeft. Verlangens naar sadomasochisme komen het meest voor: bij 4% van de mannen en 2% van de vrouwen. Twee procent van de mannen en 1% van de vrouwen brengt deze verlangens ook in de praktijk.

Parafiele stoornis

Van een parafiele stoornis is sprake als de parafilie of de uiting of bevrediging daarvan gepaard gaat met persoonlijk lijden, beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of (het risico op) schade aan zichzelf of anderen. En de parafilie moet minstens zes maanden aanwezig zijn.
Iemand met een seksuele belangstelling voor kinderen kan om verschillende redenen een pedofiele stoornis hebben:

  • Seks hebben met een kind; dat is schadelijk voor het kind en dus onacceptabel.
  • Er onder lijden dat hij/zij de seksuele behoefte niet kan beleven, omdat seks met een kind onacceptabel is.

Het is hierbij belangrijk om onderscheid te maken tussen schadelijk en onschadelijk handelen.

Masturberen op seksuele fantasieën of legale beelden, of onschadelijke, niet-seksuele contacten met kinderen hoeven niet problematisch te zijn.

Hyperseksualiteit

Hyperseksualiteit wil zeggen: veel bezig zijn met seks, alleen of met anderen. Mensen melden zich bijvoorbeeld met de klacht dat ze ‘seksverslaafd’ zijn. Hoe vaak ‘veel bezig zijn met seks’ is, is echter arbitrair en afhankelijk van allerlei factoren, zoals leeftijd en cultuur. Op zich is veel bezig zijn met seks geen probleem, zolang de persoon er zelf niet onder lijdt of er anderen mee tot last is.

Hyperseksuele stoornis

Van een hyperseksuele stoornis is er sprake bij terugkerende, intense seksuele fantasieën, seksuele drang of seksueel gedrag over een periode van tenminste zes maanden. Waarbij deze niet zijn toe te schrijven aan de direct lichamelijke effecten van medicatie of drugs. Daarnaast is sprake van persoonlijk lijden en beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren.

Goed om te weten

  •  De prevalentie en incidentie van parafiele stoornissen en hyperseksuele stoornis zijn niet goed bekend.
  • Parafiele en hyperseksuele stoornissen komen veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
  • We gaan er van uit dat iedereen seksualiteit op zijn of haar eigen wijze mag beleven en zo vaak als hij of zij dat wil, zolang de persoon zelf of een ander er niet onder lijdt of schade ondervindt. Dit inzicht alleen kan mensen helpen met een bijzondere seksuele voorkeur of mensen die vinden dat ze veel bezig zijn met seks.
  • Het sociale taboe van veel parafilieën kan grote impact hebben op de kwaliteit van leven en iemands maatschappelijk functioneren, ook wanneer een persoon de parafilie niet ervaart als een stoornis.
  • In voorlichting over seksualiteit komen parafilieën en hyperseksualiteit nauwelijks aan bod. Goede informatie is belangrijk, niet alleen voor de betrokkenen, maar ook voor hun naasten.
  • Voor mensen met parafilieën die kunnen leiden tot strafbaar seksueel gedrag is het belangrijk dat zij geïnformeerd worden over de strafrechtelijke grenzen en de grenzen van het beroepsgeheim.
  • Mensen met pedofiele gevoelens kunnen de ervaring hebben dat ze behoren tot een niet-erkende seksuele minderheid.
  • Bij diagnostiek en behandeling van een parafiele stoornis is van belang om rekening te houden met veelvoorkomende comorbiditeit, zoals andere parafilieën, hyperseksualiteit, ADHD, angst- en stemmingsstoornissen, middelenmisbruik, gedragsstoornis en antisociale persoonlijkheidsstoornis.
  • Parafiele stoornissen kunnen grote invloed hebben op het aangaan of handhaven van relaties met een levenspartner.
  • Mensen die zelf lijden onder hun parafiele of hyperseksuele gevoelens kunnen terecht in de GGZ. Als de parafilie heeft geleid tot gedrag dat schadelijk was voor een ander, wordt de persoon behandeld in de forensische zorg.

Tijdens het consult

Bij de behandeling van parafiele en hyperseksuele stoornissen neemt psycho-educatie een belangrijke plaats in. Hier kan al in een vroege fase mee gestart worden. Het betreft uitleg over:

  • Parafilieën en hyperseksualiteit, en wanneer sprake is van een stoornis
  • Mogelijke oorzaken
  • Mogelijke behandelwijzen
  • Doel van behandeling

Taboe op parafilie

Het sociale taboe van veel parafilieën kan grote impact hebben op de kwaliteit van leven en iemands maatschappelijk functioneren, ook wanneer een persoon de parafilie niet ervaart als een stoornis. In voorlichting over seksualiteit komen parafilieën en hyperseksualiteit nauwelijks aan bod. Goede informatie is belangrijk, niet alleen voor de betrokkenen, maar ook voor hun naasten. Parafiele stoornissen kunnen grote invloed hebben op het aangaan of handhaven van relaties met een levenspartner.

Hulp

Mensen die zelf lijden onder hun parafiele of hyperseksuele gevoelens kunnen terecht in de GGZ. Als de parafilie heeft geleid tot gedrag dat schadelijk was voor een ander, wordt de persoon behandeld in de forensische zorg. Voor mensen met parafilieën die kunnen leiden tot strafbaar seksueel gedrag is het belangrijk dat zij geïnformeerd worden over de strafrechtelijke grenzen en de grenzen van het beroepsgeheim.

Bijzondere voorkeuren / Omgaan met BDSM

BDSM kan gezien worden als geaardheid of interesse. Door BDSM niet te problematiseren en onderscheid te maken tussen bijzonder gedrag en problematisch gedrag, kun je de zorg voor cliënten die aan BDSM doen aanzienlijk verbeteren.

Wat is BDSM?

BDSM (sadomasochisme, SM) is een koepelterm voor allerlei gevoelens, gedragingen en relatievormen waarin spelen met macht en lichamelijke sensaties of vrijheidsbeperking een rol spelen. Ongeveer 10% van de bevolking doet aan een vorm van kinky seks en rond de 3% van de bevolking identificeert zich als BDSM’er.

Wat kun jij als zorgprofessional betekenen?

BDSM’ers houden hun bijzondere voorkeur vaak verborgen voor zorgverleners uit angst voor veroordeling en discriminatie. Hierdoor krijgen zij lang niet altijd de hulp die ze nodig hebben.

Veel van de problemen die BDSM’ers ervaren worden veroorzaakt door het stigma op BDSM. Men vraagt zich bijvoorbeeld af “wat is er mis met mij?” en denkt “dit mag niet”, er ontstaan schaamte of zelfs zelfhaat. Sociale isolatie kan ontstaan wanneer de patiënt geen accepterende sociale cirkel heeft en een meer accepterende vriendengroep nodig heeft.

Een zorgprofessional kan een wereld van verschil maken door niet-veroordelend te reageren en de patiënt gerust te stellen. Daarnaast kan de zorgprofessional verwijzen naar meer informatie.

Goed om te weten

  • BDSM gebeurt enkel met instemming van alle betrokkenen, dus van zowel de onderdanig als de dominante partner.
  • BDSM kan bestaan uit machtsuitwisseling (dominant/onderdanig), spelen met lichamelijke sensaties (pijn, genot, kou, warmte, kriebelen), vrijheidsbeperking (bondage), fetisjisme (opwinding bij ongebruikelijke prikkels zoals leer of schoenen) en rollenspellen.
  • De meeste BDSM’ers houden ook van niet-SM seks.
  • Bij BDSM is er veel aandacht voor communicatie. Zo gebruiken veel SM’ers een activiteitenlijst om te bespreken welke activiteiten men leuk vindt, wordt er vaak gebruik gemaakt van een stopwoord (bijvoorbeeld “rood”) zodat het duidelijk is wanneer iemand wil stoppen en is er veel aandacht voor emotionele behoeften (zoals nazorg).

Vijf tips voor tijdens het consult

  1. Schrik niet van bijzondere seksuele voorkeuren, ze zijn geen reden tot zorg. Sommige activiteiten binnen BDSM kunnen heftig klinken, zoals bijvoorbeeld naalden of elektriciteit. Er zijn echter geen aanwijzingen dat deze voorkeuren wijzen op psychologische problemen. Sterker nog: uit onderzoek blijkt dat BDSM’ers gemiddeld psychisch iets gezonder zijn dan niet-SM’ers.
  2. Maak onderscheid tussen bijzonder gedrag en problematisch gedrag, op dezelfde manier waarop je dat bij ander seksueel gedrag ook doet. Neemt de patiënt buitensporige (lichamelijke) risico’s, is er sprake van instemming bij alle betrokkenen, wordt de patiënt gehinderd in zijn dagelijks functioneren?
  3. Wees je bewust van jouw vooroordelen en stereotypen. Zorgprofessionals denken soms ten onrechte dat BDSM’ers impulsiever, agressiever, destructiever of minder in staat tot intimiteit zijn, of vrezen zelfs dat zij hun kinderen mishandelen. Er zijn geen aanwijzingen dat dit onder BDSM’ers meer voorkomt dan gemiddeld.
  4. Vermeld zo mogelijk dat je ‘kink-vriendelijk’ bent (niet veroordelend naar BDSM’ers) om hiermee mensen met een bijzondere voorkeur uit te nodigen erover te praten.
  5. Verwijs door naar een kink-deskundige zorgprofessional wanneer de problemen van de patiënt specifiek over SM gaan.
Informatie over BDSM door Marijke Vonk, Psycholoog

Uw browser (Internet Explorer 11) is verouderd en wordt niet meer ondersteund. Hierdoor werkt deze website mogelijk niet juist. Installeer Google Chrome of update uw browser voor meer internetveiligheid en een beter weergave.