Leeftijden seksuele levensloop
De seksuele levensloop beschrijft de gemiddelde seksuele ontwikkeling van conceptie tot op hoge leeftijd. Iedereen heeft een eigen unieke seksuele ontwikkeling en niemand volgt de gemiddelde ontwikkeling precies. Gemiddeld zijn is niet persé beter dan niet gemiddeld zijn. Toch is het goed om te weten wat er in het algemeen kan spelen in verschillende levensfases.

Kinderen van 0 - 12 jaar
Vanaf de geboorte genieten kinderen van aanraken en knuffelen. De peuter- en kleuterperiode is echt een ontdekkingsfase. Vanaf 7 jaar kennen kinderen de sociale regels steeds beter. Kinderen zijn soms verliefd en een enkel kind heeft ‘verkering’. Tussen het 10e en 12e jaar vinden al behoorlijk wat lichamelijke veranderingen plaats. Sommige kinderen zijn erg geïnteresseerd in alles wat met seks te maken heeft.

Jongeren van 12 - 24 jaar
Rond de 12 jaar gaan jongeren fantaseren, ervaren gevoelens van seksuele opwinding en gaan masturberen. Vrijwel alle jongeren van deze leeftijd zijn wel eens verliefd geweest. Met 15 jaar worden relaties en seksuele contacten steeds serieuzer. Ook ontdekken veel jongeren in deze periode of ze op jongens en/ of meisjes vallen. Vanaf 19 jaar zijn de meeste jongeren seksueel actief. In deze levensfase gaan jongeren veel uit en het middelengebruik is hoog. Met verhoogt risico op soa’s, seksueel grensoverschrijdend gedrag, onbedoelde zwangerschap en pijn bij het vrijen.
Volwassenen van 25 - 54 jaar
In de levensfase van 25 tot 55 jaar hebben de meeste mensen een langdurige vaste relatie. In langdurige relaties kan de seks steeds beter worden, omdat de kennis over elkaar, de intimiteit en het vertrouwen groeien. Maar de zin in seks kan ook afnemen. Als stellen zwanger proberen te worden verliezen ze soms de leuke kanten van seks uit het oog. Door zorg voor jonge kinderen kan de tevredenheid over het seksleven tijdelijk lager zijn.
Tussen de 40 en 55 jaar vinden de meeste scheidingen plaats. Als je na een langdurige relatie een nieuwe relatie aangaan, moet je ineens weer over condoomgebruik nadenken en wensen en grenzen bespreken met een nieuw iemand.
Rond de 51 jaar vindt bij vrouwen de overgang plaats. Door de lagere concentraties oestrogenen kan het seksueel verlangen minder worden, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn en ook is er vaak wel wat aan te doen.
Ouderen van 55 - 74
Derde levensfase (55 tot en met 74 jaar)
Met het ouder worden neemt seksuele activiteit geleidelijk af, maar stopt voor een flinke groep niet. Geslachtsgemeenschap wordt deels wel vervangen door andere vormen van seks, zoals wederzijds masturberen en strelen. Ouderen hebben meer tijd voor elkaar dan mensen met thuiswonende kinderen of met een drukke baan. Anticonceptie is niet meer nodig. Sommige ouderen zeggen dat hun seksleven er alleen maar beter op is geworden. Hun wijsheid, ervaring en de intimiteit die zij hebben opgebouwd met hun partner dragen hieraan bij. De zeventigjarigen van nu zijn seksueel actiever en meer tevreden over hun seksleven dan de generaties voor hen.
75 jaar en ouder
Vierde levensfase (75 jaar en ouder)
Met het ouder worden verandert het seksleven niet altijd in positieve zin. Vooral de vierde levensfase gaat gepaard met verliezen: van de partner, andere dierbaren, status, aantrekkelijkheid, psychische en lichamelijke gezondheid. Door het ‘mannentekort’ zijn veel oudere vrouwen alleenstaand. De prevalentie van seksuele problemen, zoals erectieproblemen en het minder vochtig worden van de vagina, neemt toe. Ouderen hebben vaker te maken met een lichamelijke beperking of chronische ziekte, zoals reuma, diabetes, hart- en vaatziekten, kanker of dementie. Deze aandoeningen kunnen direct of indirect een negatief effect hebben op het seksueel functioneren.