Seksuele levensloop bij volwassenen 25-54
Biopsychosociale context
In de levensfase van 25 tot 55 jaar hebben de meeste mensen een langdurige vaste relatie. In langdurige relaties kan de seks steeds beter worden, omdat de kennis over elkaar, de intimiteit en het vertrouwen groeien. Maar de zin in seks kan ook afnemen. Als stellen zwanger proberen te worden verliezen ze soms de leuke kanten van seks uit het oog. Door zorg voor jonge kinderen kan de tevredenheid over het seksleven tijdelijk lager zijn.
Tussen de 40 en 55 jaar vinden de meeste scheidingen plaats. Als je na een langdurige relatie een nieuwe relatie aangaan is soms opnieuw seksuele vorming nodig, je moet ineens weer over condoomgebruik nadenken en wensen en grenzen bespreken met een nieuw iemand.
Rond de 51 jaar vindt bij vrouwen de overgang plaats. Door de lagere concentraties oestrogenen kan het seksueel verlangen minder worden, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn en ook is er vaak wel wat aan te doen. Bij mannen vermindert de productie van testosteron wat ook impact kan hebben op het seksleven.
Lichaamsbeeld
De helft van de mensen van 25 tot en met 39 jaar vindt zichzelf best aantrekkelijk. Vrouwen die zwanger zijn kunnen zowel meer als minder tevreden zijn over hun uiterlijk dan daarvoor. Na de zwangerschap is er een piek in ontevredenheid over het lichaam bij vrouwen. Dat gaat vooral over het gewicht, maar ook over zwangerschapsstrepen of slappere huid en borsten.
Vrouwen nemen vaker maatregelen om veroudering te verbergen of tegen te gaan dan mannen. Toch neemt een deel van de maatschappelijke druk op een mooi uiterlijk af met het ouder worden. Ook is hun zelfvertrouwen minder sterk verbonden met hun uiterlijk en meer met wat ze bereikt hebben. Seksuele activiteit lijkt samen te hangen met een positiever lichaamsbeeld. Over veranderingen in het lichaamsbeeld van mannen in deze levensfase is veel minder bekend.
Genderidentiteit en genderrol
Zwangerschap, bevallen en de overgang naar ouderschap hebben een andere betekenis voor mannen dan voor vrouwen. De baby groeit in de buik van de moeder en zij brengt het kind ter wereld. Mannen kunnen zich buitengesloten voelen in dit proces. Zij kunnen zich ook machteloos voelen als ze zien dat hun vrouw pijn heeft bij de bevalling. Het moederschap lijkt voor vrouwen meer verweven te zijn met hun identiteit als vrouw. Zij verliezen daardoor meer hun oude identiteit bij de overgang naar ouderschap dan mannen. Het kan ongeveer een jaar duren voordat vrouwen het moederschap in hun identiteit hebben opgenomen en voordat ze weer het gevoel hebben controle te hebben over hun lichaam en leven.
Transgender gevoelens
Ook op latere leeftijd kunnen mensen nog gevoelens van onvrede met het geboortegeslacht ontwikkelen of ontdekken. Vooral mannen met een heteroseksuele oriëntatie kunnen jarenlang worstelen met transgender gevoelens. Zij proberen ook veel langer in de genderrol te leven die past bij het geboortegeslacht. Sommige mensen met transgender gevoelens wachten met in transitie gaan tot ze kinderen hebben grootgebracht.
Verliefdheid en (seksuele) relaties
Rond de 25 worden nog veel nieuwe partnerrelaties gevormd. Binnen deze relaties gaan de romantiek en passie van het begin geleidelijk over in een meer kameraadschappelijke vorm van liefde. Veel stellen gaan na verloop van tijd samenwonen of trouwen. Ze zijn dan eerst nog een tijd samen voordat er eventueel kinderen komen.
Als er een baby komt staat het leven van veel partners helemaal in het teken van het kind. Ze zijn dan ineens meer ouders dan geliefden. Er moet weer een balans gevonden worden tussen de rol van ouder en de rol van partner. Gemiddeld neemt de relatietevredenheid dan (tijdelijk) af, maar dat geldt niet voor iedereen.
Wanneer mensen op deze leeftijd een relatie verbreken, willen zij meestal in de nabije toekomst wel weer een nieuwe partner. Niet iedereen weet deze wens te realiseren. Hoe ouder iemand is bij scheiding, hoe lastiger het is om een nieuwe partner te vinden. Ook het hebben van kinderen werkt belemmerend: ouders met thuiswonende kinderen hebben minder gelegenheid om een nieuwe partner te ontmoeten of stellen het aangaan van een nieuwe relatie bewust uit.
Seksuele oriëntatie
Het komt steeds vaker voor dat paren van gelijk geslacht kinderen krijgen en/of hiervoor zorgen. Om biologische redenen is het vooral voor homoseksuele mannen ingewikkeld om kinderen te krijgen. Vrouwen kunnen een zaaddonor zoeken bij een spermabank of in hun omgeving, mannen gaan vaak een co-ouderschap met een alleenstaande moeder of lesbisch stel aan. Beide kunnen ook kinderen hebben uit een eerdere heteroseksuele relatie. Homoseksuele mannen en vrouwen zijn over het algemeen ouder als ze kinderen krijgen dan heteroseksuele mannen en vrouwen. Ze denken langer na over het al dan niet krijgen van kinderen en het kost meer tijd om dit te realiseren.
Interesse en verlangens
In langdurige relaties kan de seks (steeds) beter worden, omdat de kennis over elkaar, de intimiteit en het vertrouwen groeien. Maar de zin in seks kan ook geleidelijk afnemen. Bijvoorbeeld omdat de spanning van het elkaar ontdekken en veroveren verdwenen is. Gemiddeld neemt seksueel verlangen binnen langdurige relaties sterker af bij vrouwen dan bij mannen. Het merendeel van de mensen geeft aan nog zeker 1 keer per week zin in seks te hebben.
Seksueel gedrag
In deze levensfase is de overgrote meerderheid van de mensen seksueel actief, meer dan in alle andere levensfasen. Tijdens de zwangerschap neemt de mate waarin stellen elkaar zoenen en strelen niet af, maar alle andere vormen van seksueel gedrag wel. De seksfrequentie blijft na de zwangerschap vaak lager dan voor de zwangerschap. Maar in algemene zin blijven mensen seksueel actief.
Opvattingen en gevoelens
Voor de meeste mensen zijn lust en intimiteit ongeveer even belangrijk tijdens het vrijen. Mannen geven vaker aan dat seksuele opwinding voor hen het belangrijkst is. Vrouwen geven vaker aan dat dicht bij elkaar zijn het belangrijkste is. Dit blijft vrij constant tussen de 19 en 55 jaar. Mannen en vrouwen verschillen in de mate waarin ze plezier beleven aan seks. Mannen geven vaker aan te genieten van seks dan vrouwen.
Reproductieve gezondheid
In deze levensfase is het anticonceptiegebruik lager dan hiervoor, omdat 15% van de vrouwen zwanger is of wil worden. De pil wordt nog steeds het meest gebruikt, maar vanaf 35 jaar ook steeds vaker spiraal, condoom of sterilisatie (vooral van de man). Bij een onbedoelde zwangerschap kiezen vrouwen nu minder vaak voor een abortus. Van de vrouwen die voor de eerste keer zwanger willen worden zoekt 20% medische hulp en ondergaat 10% een behandeling. Bij vrouwen neemt de vruchtbaarheid in deze levensfase af en houdt uiteindelijk helemaal op.
Na het 40e jaar neemt anticonceptiegebruik onder vrouwen snel af. Het percentage vrouwen dat boven de 40 jaar nog een kind krijgt is gestaag toegenomen sinds de jaren 80. Dat brengt wel meer risico’s met zich mee. De kans op een miskraam is dan 50%. Ook de kans op een meerling, vroeggeboorte, kunstverlossing of aangeboren afwijking neemt toe.
Seksueel overdraagbare aandoeningen en hiv
Vergeleken met de voorgaande levensfase is de laatste sekspartner nu vaker iemand met wie men een vaste relatie heeft. 1 op de 6 mannen en 1 op de 10 vrouwen had geen relatie met de laatste sekspartner. Hierbij gebruikte bijna de helft geen condoom, vrouwen vaker niet dan mannen. 1 op de 8 mannen en 1 op de 7 vrouwen uit deze leeftijdsgroep liet zich het afgelopen jaar testen op soa of hiv. In het eerste trimester van een zwangerschap worden vrouwen standaard gescreend op een aantal infectieziekten: syfilis, hepatitis B en hiv. In 2009 werd bij 0,05% van de onderzochte zwangere vrouwen hiv geconstateerd, 0,36% testte positief op hepatitis B en 0,20% op syfilis.
Mensen die na een langdurige relatie een nieuwe relatie aangaan, realiseren zich vaak niet dat ze weer risico lopen op een soa of hiv. In hun vorige relatie was veilig vrijen alleen nodig om niet zwanger te worden. Na het beëindigen van hun relatie passen mensen hun beschermingsgedrag niet direct aan de nieuwe situatie aan. Ze zijn het min of meer ontwend om over condooms te onderhandelen met een nieuwe partner en deze te gebruike
Seksuele problemen
Onder vrouwen van 25 tot en met 39 jaar komen orgasmeproblemen, problemen met de subjectieve opwinding en lubricatieproblemen het meeste voor. Dit is wel minder geworden dan in de vorige levensfase. Onder mannen van 25 tot en met 39 jaar zijn seksuele problemen zeldzaam. Premature ejaculatie komt het meeste voor.
Tijdens de zwangerschap zeggen meer vrouwen dat geslachtsgemeenschap pijnlijk is. Vrouwen die recent zijn bevallen hebben ook vaker seksuele problemen. Het gaat dan vooral om pijnklachten, zoals pijn aan het perineum of dyspareunie.
Het percentage vrouwen met seksuele problemen neemt toe rond de overgang. Pijn bij het vrijen en lubricatieproblemen zijn vaak een gevolg van opwindingsproblemen. Bij voldoende erotische stimulatie lijken de lagere oestrogeenniveaus van na de overgang de opwinding van vrouwen niet in de weg te hoeven staan. Bij mannen komen in deze levensfase nog niet veel seksuele problemen voor. 16% van de mannen in deze leeftijdsgroep heeft tenminste één seksueel probleem. Dat zijn vooral premature ejaculatie en erectieproblemen.